Elvis Presley geeft zijn allerlaatste concert
Een afscheid van een legende
Op 26 juni 1977 schreef de muziekgeschiedenis een aangrijpend hoofdstuk bij: Elvis Presley, de onbetwiste Koning van de Rock-‘n-Roll, stond voor de allerlaatste keer op het podium. De locatie was het Market Square Arena in Indianapolis, en niemand kon vermoeden dat dit het slotakkoord zou zijn van een imposante carrière. Slechts twee weken later, op 16 augustus, zou de wereld afscheid moeten nemen van een icoon.
Tijdens zijn optreden die avond straalde Elvis nog eenmaal in zijn kenmerkende wit-met-gouden jumpsuit. Hoewel zijn gezondheid zichtbaar achteruitging en zijn energieniveau niet meer was wat het ooit geweest was, gaf hij zijn publiek alles wat hij nog in zich had. Het was een concert doordrenkt van emotie, nostalgie en de onuitwisbare Presley-magie.
Het publiek werd getrakteerd op een reeks klassiekers die diep verankerd zitten in het collectieve geheugen van generaties: “Can’t Help Falling in Love,” “Jailhouse Rock” en “Don’t Be Cruel” klonken alsof het weer de gouden jaren van de rock-‘n-roll waren. Daarnaast bracht Elvis ook indrukwekkende vertolkingen van “Unchained Melody” en “Bridge Over Troubled Water” – twee nummers die, in de context van deze avond, extra geladen aanvoelden.
Veel fans dachten later dat het fameuze televisieprogramma Elvis in Concert beelden van dit afscheidsoptreden bevatte. Dat bleek niet het geval. De opnames voor de CBS-special vonden eerder plaats, op 19 juni in Omaha (Nebraska) en 21 juni in Rapid City (South Dakota). Toch droeg de show bij aan het mythische karakter van zijn laatste tour: kwetsbaar, maar krachtig. Breekbaar, maar groots.
Elvis’ allerlaatste concert is meer dan zomaar een muzikale afsluiting. Het was het einde van een tijdperk, een laatste buiging van een man die generaties wist te raken met zijn stem, zijn stijl en zijn charisma. In Indianapolis klonk op die zwoele zomeravond het allerlaatste applaus voor een artiest die de wereld voorgoed veranderde. En in dat moment leefde de King nog één keer op – stralend in wit en goud – alsof hij wist dat dit zijn slotakkoord was.
