David Gilmour

Geluk en Vreemdheid in de Studio (september 2024)

Na een lange stilte is hij terug: David Gilmour, de legendarische gitarist en stem van Pink Floyd. Zijn nieuwe album Luck and Strange, uitgebracht in september 2024, is het eerste werk met nieuw materiaal in lange tijd — en dat alleen al is groot nieuws voor muziekliefhebbers wereldwijd. Maar wat dit project écht bijzonder maakt, is de frisse wind die door de opnamestudio waaide — een samenwerking die niet iedereen had zien aankomen.

Het album kwam tot stand in zowel Brighton als Londen. Geen tussendoorproject, maar een zorgvuldig uitgewerkte muzikale zoektocht waarin traditie en vernieuwing elkaar ontmoeten. Die vernieuwing kreeg een naam: Charlie Andrew. Deze producer, bekend van zijn werk met alternatieve artiesten, werd door Gilmour en zijn vrouw Polly Samson — die opnieuw verantwoordelijk is voor het merendeel van de teksten — uitgenodigd om het creatieve proces op te schudden.

Gilmour vertelt met bewondering over de samenwerking:

“We nodigden Charlie uit bij ons thuis. Hij luisterde naar wat demo’s en stelde dan vragen als: ‘Waarom moet daar een gitaarsolo zitten?’ of ‘Moeten ze allemaal met een fade-out eindigen? Kan er niet gewoon één abrupt stoppen?’”

Het zijn vragen die je niet snel aan een icoon als Gilmour zou stellen — maar precies dat is de kracht van Andrew. Hij benadert de muziek zonder het gewicht van de Pink Floyd-erfenis. Geen valse beleefdheid, geen heiligverklaring van het verleden.

“Hij heeft een heerlijke onwetendheid en een gebrek aan respect voor mijn verleden,” zegt Gilmour glimlachend. “Hij is heel direct en totaal niet onder de indruk — en ik hou daarvan.”

En daarin schuilt misschien wel het echte geheim van Luck and Strange: het loslaten van verwachtingen. Voor een man wiens gitaarwerk op talloze huiskamermuren hangt en wiens stem verweven zit in de soundtrack van hele generaties, is het bijna bevrijdend om zich onder te dompelen in een omgeving waarin niets heilig is. Geen vanzelfsprekende solo’s, geen epische outro’s omdat het ‘nu eenmaal zo hoort’. Wat overblijft is de essentie: muziek maken die ontroert, verrast en blijft hangen.

Wat Luck and Strange uiteindelijk zal brengen — hits, een cultstatus, of gewoon een heel mooi album — valt moeilijk te voorspellen. Maar één ding is zeker: David Gilmour is nog lang niet klaar met experimenteren. En dat is, in deze tijd van gestroomlijnde pop en algoritmegedreven hits, misschien wel het vreemdste én mooiste geluk dat we ons kunnen wensen.