Biografie Frank Boeijen

De dichter van het verlangen

Er zijn artiesten die de tijd volgen, en er zijn artiesten die de tijd vormgeven. Frank Boeijen behoort tot die laatste categorie. In een decennium waarin de Nederpop tot bloei kwam en de hitlijsten gevuld waren met synths, punkinvloeden en jeugdig bravoure, koos Boeijen voor een andere weg: die van de poëzie, de stilte en de verzoening.

Geboren in Nijmegen in 1957, groeide hij op in een groot katholiek gezin. Zijn muzikale vorming begon met het luisteren naar Bob Dylan en Frank Sinatra, maar zijn eigen stem vond hij in het Nederlands — een taal die hij niet alleen gebruikte om te zingen, maar om te zoeken, te tasten, te troosten. Met de oprichting van de Frank Boeijen Groep in 1980 begon een muzikale reis die hem langs de randen van de roem voerde, maar nooit ten koste van zijn integriteit.

Zijn eerste grote doorbraak kwam in 1984 met Zwart Wit, een nummer over racisme en de moord op Kerwin Duinmeijer. Het was geen hit in de traditionele zin, maar een statement — een lied dat bleef hangen in het collectieve geheugen. Daarna volgde Kronenburg Park (Ga Die Wereld Uit), zijn grootste hit in zowel Nederland als Vlaanderen. Een melancholisch portret van een vrouw in de marge, gezongen met een empathie die je zelden hoort in popmuziek. Het nummer, met achtergrondzang van Mai Tai, werd een klassieker en bracht Boeijen in het volle licht van de roem.

Maar dat licht beviel hem niet. “Ik wilde alles veranderen,” zei hij later. “Van de circustenten naar het donker van de schouwburgen.” Hij koos voor de intimiteit van het theater, waar zijn woorden konden ademen en zijn publiek kon luisteren zonder afleiding. Zijn latere werk — De Verzoening, Zeg me dat het niet zo is, Vaderland — werd steeds persoonlijker, steeds filosofischer. Hij schreef over afscheid, over de dood, over het lot. Niet als zwaarte, maar als deel van het leven.

In een recent interview vertelde hij: “Ik voel dat ik de hele dag van alles inspiratie krijg. Ik wil nog zo veel schrijven.” En dat doet hij. Nog steeds. Zijn nieuwste album Subliem Gebaar is een ode aan de verwondering, aan het kleine gebaar dat groots kan zijn. Hij zingt over vrienden die hem ontvielen — Henny Vrienten, Jan Rot, Hugo Camps — maar ook over het leven dat doorgaat, over de tuin waarin hij zit met een alcoholvrij biertje en een shaggie, pratend over Sinatra en het licht dat hij zocht in het donker.

Frank Boeijen is geen man van de mode, maar van de ziel. Zijn muziek is geen decor, maar een spiegel. In een tijd waarin alles sneller lijkt te gaan, herinnert hij ons eraan dat schoonheid zit in de stilte, in de nuance, in het woord dat blijft hangen.

En misschien is dat wel zijn grootste bijdrage aan de Nederlandse muziek: hij heeft ons leren luisteren.