Wie kent ze nog The Monkees?

The Monkees – All The King’s Horses: het vergeten juweel uit Hollywood

In de vroege zomer van 1966, lang voordat The Monkees serieus werden genomen als muzikanten, werd in de RCA-studio’s aan Sunset Boulevard in Hollywood een bijzonder nummer opgenomen: All The King’s Horses. Het was een moment waarop de groep, nog volop in de opbouwfase van hun carrière, voorzichtig artistieke stappen begon te zetten.

Het nummer werd geschreven en geproduceerd door Michael Nesmith, de Monkee met het cowboyhoedje en een uitgesproken visie. Hij wilde niet alleen maar een popacteur zijn in een tv-serie – hij wilde echte muziek maken. En dat hoor je aan All The King’s Horses: het is een volwassen, melancholisch nummer met invloeden uit country, folk en vroege westcoastpop.

Nesmith nam de leiding in deze studiosessie op 25 juni 1966. In plaats van met zijn bandleden, werkte hij met een indrukwekkende groep sessiemuzikanten uit de beruchte Wrecking Crew. Namen als Hal Blaine (drums), Larry Knechtel (bas/toetsen), en gitaristen als James Burton, Glen Campbell en Al Casey sierden de studioruimte. Samen legden ze een warme, gelaagde sound neer waarop Nesmith zijn introspectieve tekst en karakteristieke zang kon laten rusten.
Hoewel het nummer een van de eerste originele bijdragen van een Monkee was, verdween het na opname grotendeels uit beeld. Het werd alleen gebruikt als achtergrondmuziek in een aflevering van de televisieserie en belandde uiteindelijk op de plank. Pas tientallen jaren later doken opnames op in compilaties, en werd duidelijk wat voor bijzonder kleinood All The King’s Horses eigenlijk is.

Het nummer is geen standaard Monkees-hit. Geen refrein dat in je hoofd blijft hangen, geen vrolijke meezinger. Maar juist daarin ligt de kracht. Het is een subtiele, bijna breekbare track die laat zien dat er onder het commerciële oppervlak van The Monkees meer schuilging dan velen destijds vermoedden.

All The King’s Horses werd uiteindelijk een symbool van de strijd die de band – en vooral Nesmith – voerde om serieus genomen te worden als artiesten. Deze opname markeert het begin van hun weg naar muzikale onafhankelijkheid. Een weg die zou leiden tot albums als Headquarters, waarop The Monkees zelf hun instrumenten bespeelden en eindelijk hun eigen stem lieten horen.

Wie deze vergeten sessie beluistert, hoort niet alleen een goed liedje, maar een band die op het punt staat volwassen te worden. All The King’s Horses is geen top 10-hit, maar wel een sleutelstuk in het verhaal van The Monkees. En dat maakt het tot een verborgen schat uit de popgeschiedenis van de jaren zestig.