Biografie Suzi Quatro

Suzi Quatro – Rocken in leer en lipgloss
Column door René van Elst

In een tijd waarin vrouwelijke artiesten vooral verwacht werden te glimlachen en netjes op de achtergrond te zingen, kwam daar ineens een vrouw in een leren catsuit het podium opstormen. Haar basgitaar hing laag, haar attitude hoog. Ze heette Suzi Quatro, en ze kwam niet vragen of ze mee mocht doen – ze kwam het gewoon doen.

Suzi Quatro, geboren in 1950 in Detroit, groeide op in een muzikale familie. Al op jonge leeftijd stond ze met haar zusjes in een bandje dat – hoe kan het ook anders – The Pleasure Seekers heette. Maar Suzi had meer in haar mars dan alleen het brave zusjespopcircuit. In de vroege jaren ’70 pakte ze haar koffers, vertrok naar Engeland en sloot een deal met glamrock-goeroes Nicky Chinn en Mike Chapman. Niet veel later donderde Can the Can de hitlijsten in, en Europa had er een nieuwe rockheldin bij.

Ze was een paradox in leren jas: stoer en vrouwelijk, rebels en poppy, ruig en charmant. Terwijl de heren van Slade en Sweet hun glitterpakken poetsten, stond Suzi haar mannetje in een mannenwereld – letterlijk, met een basgitaar die bijna groter was dan zijzelf. En ze speelde hem ook nog goed. 48 Crash, Devil Gate Drive, If You Can’t Give Me Love – het waren geen niemendalletjes. Het waren hits die net zo strak in het vel zaten als haar outfits.
Toch werd ze vaak onderschat. “Ze is vast gewoon een marketingproduct,” werd gefluisterd in de hoekjes van de muziekpers. Dat Suzi ook haar eigen nummers schreef, in meerdere instrumenten bedreven was en een imposante live-reputatie had, werd makkelijk vergeten. Misschien omdat ze er ook nog eens goed uitzag – een zonde die vrouwen in de rock nog altijd duur betalen.

Tegenwoordig kijkt men anders naar haar. Suzi Quatro wordt erkend als een pionier: een vrouw die in het machowereldje van de rock geen concessies deed aan wie ze was. Zonder haar had een hele generatie vrouwelijke rockers misschien nooit een voet op het podium gezet – van Joan Jett tot KT Tunstall, van Tina Weymouth tot Samantha Fish.

En ja, ze leeft nog. Sterker nog: ze treedt nog altijd op, schrijft muziek, maakt radio, en verschijnt af en toe in documentaires over haar leven. Haar leren pak hangt nog steeds in de kast. Misschien iets strakker inmiddels, maar de basgitaar klinkt nog even rauw als toen.

In de jaren ’70 en begin jaren ’80 had ze meerdere hits die zowel in Nederland als Vlaanderen de hitparade haalden.
Hier zijn enkele bekende nummers die in beide landen succes hadden:

1. Can the Can (1973)
Haar internationale doorbraak. Stoer, rauw en onweerstaanbaar.
– Nederland: bereikte de Top 10
– Vlaanderen: grote hit, vaak op de radio

2. 48 Crash (1973)
Een glamrockklassieker met veel energie.
– Nederland: Top 10-hit
– Vlaanderen: ook in de BRT Top 30 te vinden

3. Devil Gate Drive (1974)
Met stampende drums en een catchy refrein – typisch Suzi.
– Nederland: hoge positie in de Top 40
– Vlaanderen: populair op radio en jukeboxen

4. If You Can’t Give Me Love (1978)
Meer pop-georiënteerd en melodieuzer.
– Nederland: Top 40-hit
– Vlaanderen: veel airplay op de toenmalige BRT-zenders

5. She’s in Love with You (1979)
Een van haar laatste grote Europese hits.
– Nederland: Top 20
– Vlaanderen: eveneens succesvol

6. Stumblin’ In (1979, met Chris Norman van Smokie)
Een romantisch duet dat het ook buiten het glamrockpubliek goed deed.
– Nederland: grote hit
– Vlaanderen: veelvuldig gedraaid en geliefd

Suzi Quatro was niet zomaar een rockchick. Ze was rock. En dat met eyeliner.