Lulu blaast vandaag 77 kaarsjes uit

Lulu, geboren als Marie McDonald McLaughlin Lawrie op 3 november 1948 in Lennoxtown bij Glasgow, Schotland, behoort tot de meest veelzijdige en energieke zangeressen uit de Britse popgeschiedenis. Ze brak al op jonge leeftijd door en wist zich in de loop der decennia telkens opnieuw uit te vinden – van tienerster tot volwassen soulzangeres en geliefde televisiepersoonlijkheid. Haar krachtige stem, jeugdige uitstraling en natuurlijke charme maakten haar in de jaren zestig tot een vaste waarde in de Britse en internationale popmuziek.

Haar doorbraak kwam in 1964 met de hit Shout, een explosieve cover van het Isley Brothers-nummer, uitgebracht met haar band Lulu & the Luvvers. Lulu was toen pas vijftien jaar oud, maar haar volwassen stemgeluid verraste vriend en vijand. De plaat werd een klassieker en groeide uit tot haar visitekaartje. In de tweede helft van de jaren zestig volgden meer successen, waaronder Leave a Little Love en The Boat That I Row, waarmee ze haar positie in de Britse hitlijsten verstevigde. In 1967 verwierf ze internationale bekendheid met To Sir, With Love, de titeltrack van de gelijknamige film met Sidney Poitier, waarin ze ook een rol speelde. Het nummer werd een nummer 1-hit in de Verenigde Staten, maar opvallend genoeg geen hit in het Verenigd Koninkrijk.

In 1969 vertegenwoordigde Lulu het Verenigd Koninkrijk op het Eurovisie Songfestival en won ze met het vrolijke Boom Bang-A-Bang, een lied dat de typische charme van de late jaren zestig uitstraalde. Het nummer werd ook in Nederland en Vlaanderen een bescheiden succes en is tot op de dag van vandaag onlosmakelijk met haar naam verbonden. In 1974 zong ze het themanummer van de James Bond-film The Man with the Golden Gun, waarmee ze opnieuw internationale aandacht trok. Hoewel het nummer geen grote hit werd, verwierf het een iconische status binnen de Bond-catalogus.

Gedurende de jaren zeventig en tachtig bleef Lulu actief in muziek, televisie en theater. Ze werkte samen met uiteenlopende artiesten, waaronder David Bowie – die haar hielp bij de productie van haar versie van The Man Who Sold the World – en later met Take That. In 1993 beleefde ze een opmerkelijke comeback met Relight My Fire, een duet met Take That dat in het Verenigd Koninkrijk een nummer 1-hit werd en ook in Nederland en Vlaanderen veel airplay kreeg. Lulu ontwikkelde zich tot een veelzijdige artieste die soul, pop en showbiz moeiteloos combineerde, zonder haar Schotse nuchterheid te verliezen.

Lulu’s bekendste nummers in Nederland zijn Boom Bang-A-Bang (1969) en The Man with the Golden Gun (1974). In Vlaanderen scoorde ze eveneens met Boom Bang-A-Bang en later met haar samenwerking met Take That. Ondanks de veranderende trends in de popmuziek is Lulu altijd een geliefde figuur gebleven – zowel vanwege haar muzikale talent als haar warme, levenslustige uitstraling. Ze wordt gezien als een van de weinige zangeressen uit de jaren zestig die zich moeiteloos heeft aangepast aan de evoluerende muziekwereld, zonder ooit haar herkenbare energie en stemkracht te verliezen.